De werking en functie van het immuunsysteem
Een goed werkend immuunsysteem is belangrijk voor een gezond lichaam. Dit beschermmechanisme vecht tegen bacteriën, virussen, gifstoffen en parasieten om er voor te zorgen dat je niet ziek wordt.
Aangeboren en ontwikkeld immuunsysteem
Een deel van je immuunsysteem heb je bij je geboorte meegekregen, je lichaam vecht tegen ziekteverwekkers. Tijdens je leven heb je ook een deel van je immuunsysteem ontwikkeld. Doordat je al eerder in aanraking bent geweest met sommige ziekteverwekkers weet je lichaam de infectie sneller te onderdrukken.
De werking van het immuunsysteem
Het immuunsysteem werkt 24 uur per dag. Op de eerste plaatst zorgt het er voor dat schadelijke bacteriën en virussen je lichaam niet binnen dringen. Wanneer dit toch gebeurd worden deze door het immuunsysteem gedetecteerd en onschadelijk gemaakt voor het zich kan innestelen of voortplanten. Een bacterie of virus die de kans heeft gekregen zich toch in te nestelen of te vermenigvuldigen wordt zo snel mogelijk uit het lichaam verwijderd.
Bacteriën en virussen
Een mens bestaat uit 100 biljoen cellen. Elke cel heeft een energievoorziening, de kern. Bacteriën daarin tegen bestaan maar uit één cel en hebben geen kern. Ze zijn maar een honderdste van de grootte van een menselijke cel. Toch kunnen bacteriën overheersen, vernietigen, eten en vermenigvuldigen in ons lichaam.
Een virus is geen levend organisme. Het is een stukje DNA met een bescherm manteltje. Wanneer een virus in contact komt met een menselijke cel kan het zich daar vast hechten en zijn DNA in de cel spuiten. Het DNA gebruikt de levende cel om zich te vermenigvuldigen.
Onderdelen van het immuunsysteem
Het immuunsysteem bestaat uit veel verschillende onderdelen. We bespreken de belangrijkste.
De huid: Het meest zichtbare deel van het immuunsysteem is de huid. Dit is een ondoordringbare barrière tussen ziektekiemen en het lichaam. De opperhuid bevat speciale cellen (cellen van Langerhans) die een onderdeel zijn van een snelle afweer. Deze cellen liggen verspreid tussen de pigmentcellen in de onderste laag van de opperhuid. Ook scheidt de huid een antibacteriële stof af die er voor zorgt dat de meeste bacteriën en sporen meteen dood gaan als ze op de huid landen.
De neus, mond en ogen: Dit zijn duidelijk ingangen. Daarom bevatten ze tranen en slijm die binnengedrongen kiemen vangen en doden. In de wanden van de neus, keel, longen en huid zitten mastocyten, een soort witte bloedlichaampjes die net als speeksel een antibacteriële werking hebben.
Lymfeknopen: Door het hele lichaam zit een vatensysteem met lymfeklieren. Vocht wordt voort geduwd in de richting van de lymfeklieren. De lymfeknopen filteren het vocht en bestrijden infectiebacteriën, tijdens dit gevecht kunnen je lymfeklieren opzetten. Dit kun je van buitenaf voelen.
De milt: Deze filtert het bloed opzoek naar vreemde cellen. Beenmerg: Het beenmerg maakt nieuwe rode en witte bloedplaatjes aan. Witte bloedcellen: Deze cellen bevatten een celkern en bevinden zich in het bloed. Er zijn verschillende soorten van met ieder hun eigen bestrijdende functie.
De thymus: Deze is erg belangrijk voor het rijpen van T-cellen, een soort witte bloedlichaampjes.
Antistoffen: Antistoffen zijn eiwitten die worden geproduceerd door witte bloedcellen. Ze reageren op een specifiek antigeen (een bacterie, virus of gifstof).
Complementsysteem: Ook het complementsysteem bestaat uit eiwitten. Deze worden gemaakt door de lever. Ze laten verkeerde cellen open barsten en geven een signaal af dat deze opgeruimd moet worden.
De darmen en lever: Afgebroken schadelijke stoffen worden door de darmen en lever opgeruimd en afgevoerd.
Een gezond immuunsysteem
Het is dus heel belangrijk om je immuunsysteem gezond te houden zodat deze optimaal kan functioneren. Er zijn een aantal dingen die je kunt doen:
- Versterk je darmflora. Dit kan met een detox-kuur.
- Drink genoeg
- Eet geen witte suikers
- Eet genoeg gezond voedsel
- Zorg dat je voldoende slaapt
- Vermijd stress
- Zorg voor een goede bloeddoorstroming door voldoende te bewegen